
Oorspronkelijke titel: Hitsuji to hagane no Mori | Roman | Uitgeverij Meulenhoff (klik hier) | Verschenen in 2021 | Vertaald door Geert van Bremen | 256 pagina’s
De Japanse Natsu Miyashita schreef al meerdere verhalenbundels en romans. In 2016 schreef ze Het woud van wol en staal, dat een Japanse bestseller werd en waarmee ze internationale bekendheid verwierf. Door de vertaalkunsten van Geert van Bremen kunnen we nu ook in het Nederlands van het boek genieten. Het omslag is prachtig, net als Miyashita’s schrijfstijl.
De tekst op het omslag
Tomura raakt als jongen in de ban van het geluid van een vleugel die gestemd wordt bij hem op school. De klanken nemen hem in gedachten mee naar de donkere, luisterrijke bossen die zijn geliefde geboortedorp in de bergen omringen. Vanaf dat moment is hij vastbesloten meer te leren over het instrument en het bijzondere ambacht van pianostemmer. Onder de hoede van drie meester-pianostemmers begint Tomura zijn opleiding en zijn gevoel voor schoonheid ontluikt steeds meer. Maar de angst om niet goed genoeg te zijn is altijd aanwezig op de achtergrond. Als hij wordt uitgenodigd om de piano van twee getalenteerde zussen te stemmen, wordt zijn beoordelingsvermogen op de proef gesteld. Dit warme, mystieke verhaal dat zich afspeelt in kleinstedelijk Japan laat zien dat het pad naar het vinden van je bestemming nooit recht is of zonder hindernissen. In een heldere stijl en vol filosofische observaties verbindt Miyashita droom en werkelijkheid.
Zuiver
Miyashita’s bloemrijke schrijfstijl neemt de lezer mee naar Japan. De metaforen die muziek verbinden met het leven zijn uit de kunst en helpen de lezer een voorstelling van het verhaal te maken. Pianostemmers, het beroep dat Tomura uitoefent, dient dat doel ook: “Het werk van de pianostemmer bestaat erin dat hij de twaalf tonen trefzeker moet opdienen uit een onmetelijke oceaan van geluiden, om ze zo zuiver mogelijk te laten verklanken en te laten resoneren”. Eigenlijk precies zoals Miyashita dat met haar woorden en verhaal doet, net zo zuiver. Houd een pen bij de hand, want het lezen van dit boek kan haast niet zonder het onderstrepen van mooie zinnen.
“(…) de klank suggereerde dat zich een pad ontrolde door een stralend zilverkleurig bos, en heel in de verte leek het of ik een gevlekt sikahert zag springen.”
Levenslessen
Ondanks de prachtige schrijfstijl, is de verhaallijn erg dun en fragiel. De hoofdpersoon weet niet overal te overtuigen. Miyashita lijkt op die plekken teveel bezig geweest te zijn met het mooi (wat zeg ik, prachtig!) formuleren van haar zinnen. Hierdoor is er onvoldoende aandacht gegeven aan de afstand tussen de lezer en Tomura. Deze blijft dan ook (te) groot. Dat neemt niet weg dat het verhaal prachtige levenslessen bevat, die gerelateerd worden aan de pianostemmer en aan muziek. Zo wordt de noodzaak van berusting prachtig beschreven. Het is namelijk zo dat “wie perfectie nastreefde en nooit opgaf, (…) de kans [liep] gek te worden.” De beschrijving vindt plaats in de context van het pianostemmen, maar is misschien wel net zo van toepassing op het leven. De lezer hoeft niet te zoeken naar dit soort parels, maar zal keer op keer glimlachen en knikken als er een beschreven staan.
Kortom
Miyashita’s schrijfstijl is net zo mooi als de vormgeving van Het woud van wol en staal. Haar woorden zijn uit de kunst en verdienen het om ingelijst te worden. Toch wist de hoofdpersoon niet volledig te overtuigen, waardoor het soms lastig was voor de lezer om de aandacht bij het verhaal te houden. Dit boek is het lezen echter absoluut waard: de melodie van deze ‘symfonie in woorden’, zoals het boek door de Corriere della Sera genoemd wordt, zal blijven gonzen in ieders hoofd.
Beoordeling
Vergelijkbare boeken

